Apparatuur ten behoeve van het uitvoeren van de prenatale screening, die aangeschaft is ná 12 oktober 2020, dient te voldoen aan onderstaande minimale specificaties. Deze dienen onderdeel te zijn van een programma van eisen dat aan de leverancier van de echoapparatuur wordt voorgelegd. De leverancier moet kunnen aantonen dat de apparatuur op het moment van ingebruikname voor de prenatale screening voldoet aan de gestelde eisen.
- De klinische afbeelding op monitor dient voldoende groot te zijn: 67% van het oppervlak van een 21 inch monitor.
- Abdominale en vaginale probe(s) dienen aanwezig te zijn:
- Abdominale probe met minimaal een frequentie tussen 3 en 7 MHz. Dit kunnen twee afzonderlijke probes zijn, of een breedbandtransducer.
- Vaginale probe met minimaal een frequentie tussen 5 en 7 MHz.
- 3D probes zijn niet verplicht. Ze mogen wel worden gebruikt, mits ze voldoen aan de eisen van de 2D probe.
- Aanwezige features:
- Cine-loop (min. frame rate: 10-20 frames/s)
- Color Doppler (min. frame rate: 10-20 frames/s)
- Pulsed wave Doppler (min. frame rate: 10-20 frames/s)
- Zoomfunctie aanwezig (werkelijke zoom, geen elektronische zoom. Dit betekent dat bij het inzoomen de beeldinformatie moet toenemen).
- Mogelijkheid tot inrichten van presets.
- Elektronische liniaal dient (lineair en curved) aanwezig te zijn voor nauwkeurige afstandsmetingen.
- Weergavemogelijkheid van de cliënt-identificatie tijdens het onderzoek. Beschikbaarheid van een lineaire look-up table voor kwaliteitsmetingen.
Kwaliteitseisen voor apparatuur aangeschaft vóór 12 oktober 2020 zijn hier na te gaan.